Maaike Kesting & Mirte Keijzer - Master studenten Brain and Cognition in Society aan de UvA, stagiaires bij LeerGewoonte
Stilte alsjeblieft!', 'Bij de volgende waarschuwing moet je de gang op!', 'Niet doen!', 'Luister eens!'. Lesgeven kan soms aanvoelen alsof je een politieagent bent. Waarom luisteren leerlingen niet altijd?
Een blik in het zich ontwikkelende tienerbrein van leerlingen kan verheldering bieden. Tijdens de tienerjaren is het brein nog volop in ontwikkeling, waardoor de communicatie tussen hersengebieden nog niet optimaal functioneert. Dit kan resulteren in ongewenst gedrag. In dit artikel bespreken we een aantal belangrjike gebieden die een rol spelen bij het ongewenste gedrag van leerlingen én geven we je waardevolle tips hoe je hier het beste mee om kunt gaan.
De meeste docenten hebben weleens gehoord van de prefrontale cortex (PFC): het gebied voorin de hersenen dat tot het 25ste levensjaar nog volop in ontwikkeling is.
De PFC speelt een essentiële rol bij het sturen, afremmen en controleren van gedrag en emoties, oftewel zelfregulatie. 'Wenselijk' gedrag wordt dus voornamelijk hier gereguleerd. Het vermogen tot zelfregulatie is nog volop in ontwikkeling bij jongeren. Dit verklaart waarom leerlingen soms ongewenst gedrag vertonen, zoals door de les heen praten, onbeleefd reageren of compleet losgaan tijdens een emotionele uitbarsting.
Tip 1: Benadruk gewenst gedrag in de klas. Ten eerste leren we vooral door voorbeelden [1]. Door het goede voorbeeld uit te lichten wordt het duidelijker wat gewenst gedrag is. Ten tweede weten we dat mensen sneller en beter leren als gevolg van positieve feedback dan van negatieve feedback [2]. Als een leerling door de uitleg heen praat, weerstaan dan de neiging om direct je aandacht op die leerling te richten. Focus je in plaats daarvan op het feit dat het grootste deel van de leerlingen wél het gewenste gedrag vertoont. Beloon de leerlingen die goed aan het opletten zijn, in plaats van je aandacht te vestigen op de verstoorders.
Tip 2: Voorzie leerlingen van een duidelijke structuur, zodat de verwachtingen van het gewenste gedrag helder zijn. Geef je leerlingen bijvoorbeeld een stappenplan of noteer een aantal concrete tips op een bord of powerpoint. Neem bijvoorbeeld de afbeelding hieronder. Door te wijzen naar het bord kun je leerlingen herinneren aan de afspraak, zonder ze direct aan te spreken op hun fout.
Tip 3: Creëer gewoontes in je lessen; gedragspatronen die iedere keer terugkomen. Houd bijvoorbeeld je etui omhoog iedere keer dat je leerlingen tot stilte maant. Na verloop van tijd wordt het opsteken van het etui het signaal voor leerlingen om stil te zijn. Het kost wat tijd en moeite om dit aan te leren maar wanneer dit eenmaal automatisch gaat, zul je merken dat het sneller en makkelijker is om orde te houden, waardoor het optreden van ongewenst gedrag minder kans krijgt.
Het limbisch gebied (of limbisch systeem) is een groep structuren die als een ring midden in het brein liggen. Deze structuren spelen onder andere een rol bij het ontstaan, voelen en kenbaar maken van emotie, motivatie en leren en zijn bepalend voor het geheugen.
Het limbisch systeem ligt als een ring midden in het brein.
Een van de limbische structuren die bekend staat om zijn functie bij het opslaan van informatie in het geheugen, is de hippocampus. Daarnaast speelt de hippocampus een belangrijke rol bij het opwekken van motivatie en nieuwsgierigheid [3].
Nieuwsgierig zijn heeft positieve en negatieve kanten. Aan de ene kant vergroot het de kans op leren en het onthouden van nieuwe informatie. Aan de andere kant betekent een verhoogde nieuwsgierigheid voor tieners dat zij eerder geneigd zijn om risico's te nemen wanneer zij benieuwd zijn naar nieuwe dingen. Dit kan vervolgens leiden tot risicovol gedrag, zoals bijvoorbeeld elkaar uitdagen om van een groot hek af te springen of om iets te stelen. Tieners kunnen in dit soort situaties terechtkomen omdat de PFC nog weinig cognitieve controle heeft over de hippocampus [4].
De hippocampus speelt een belangrijke rol bij het opslaan van nieuwe informatie.
Tip 1: Benut de natuurlijke nieuwsgierigheid van leerlingen en voorkom verveling. Ga bijvoorbeeld met leerlingen in gesprek over welke leervormen zij leuk vinden en over welke onderwerpen zij meer te weten zouden willen komen. Of laat leerlingen zelf kiezen uit een reeks mogelijkheden hoe zij met een onderwerp aan de slag gaan. Hoe meer betrokken leerlingen zijn bij het leerproces, hoe minder ruimte voor ongewenst gedrag.
Tip 2: Als leerlingen toch risicovolgedrag vertonen, maak dan duidelijk wat de consequenties zijn van dit gedrag. Geef, wanneer je straft voor ongewenst gedrag, passende straffen. Laat een leerling dus niet hun mobieltje inleveren wanneer ze een propje gooien, maar laat ze het lokaal schoonmaken. De hippocampus staat in verbinding met het beloningssysteem in het brein en speelt een grote rol bij het opslaan van informatie. Hierdoor leert het brein bij een (gepaste) straf dat de leerling het gedrag wat voorafging aan deze straf in de toekomst niet meer moet vertonen.
Tip 3: Wanneer leerlingen toch risicovol gedrag vertonen, ga dan het gesprek aan. Waarom doet de leerling dit? Misschien vervelen leerlingen zich op school en zijn ze hierdoor op zoek naar andere manieren om geprikkeld te worden. Maak dit bespreekbaar. Laat merken dat er niets mis is met de leerling zelf, maar wel met het gedrag.
Een andere structuur in het limbisch gebied is de amygdala. Ook de amygdala wordt nog onvoldoende gereguleerd door de PFC in de tienerjaren. In de amygdala wordt informatie afkomstig van verschillende zintuigen geïntegreerd en deze wordt vervolgens gekoppeld aan emoties. Bovendien speelt de amygdala een rol bij het ontstaan, opslaan en ophalen van emotionele ervaringen.
De amygdala speelt een rol bij emotionele processen.
Omdat de communicatie tussen de PFC en amygdala nog niet optimaal is, reageren tieners soms emotioneel in plaats van rationeel. Docenten kunnen hierdoor geconfronteerd worden met emotionele uitbarstingen van leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarbij een docent een leerling vraagt om iets stiller te zijn en de leerling uit zijn slof schiet. De leerling voelt zich persoonlijk aangevallen, omdat de docent andere leerlingen die precies hetzelfde doen niet aanspreekt. In plaats van tekeergaan kan de leerling ook proberen de situatie te begrijpen; de docent zag die andere leerlingen niet, of wil een voorbeeld stellen. Omdat regulatie van de PFC nog in ontwikkeling is, is dit moeilijker voor jongeren dan volwassenen.
In de tienerjaren is de regulatie van de PFC op het limbisch systeem nog niet volledig waardoor er soms remming mist (pijlen gaan grotendeels één kant op). Hierdoor kunnen leerlingen sneller emotioneel reageren wanneer zij aangesproken worden.
Tip 1: Bouw een goede band op met je leerlingen. Laat merken dat je niet tegen de leerlingen bent, maar dat je er bent om hen te helpen. Maak af en toe eens een praatje, los van de schoolopdrachten. Hiermee stel je leerlingen wat meer op hun gemak. Wanneer leerlingen toch een keer een negatieve emotionele uitbarsting hebben, benader ze dan rustig en vraag wat er aan de hand is.
Tip 2: Laat je niet meeslepen in de emoties. Toon begrip wanneer leerlingen een emotionele uitbarsting hebben. Vaak als leerlingen boos zijn of schreeuwen, zal je als docent misschien je geduld verliezen en je stem verheffen. Bij de emotionele leerlingen kan dit leiden tot nog meer grenzen opzoeken en 'onschuldige' leerlingen zullen zich hierdoor onveilig kunnen gaan voelen.
Bij alle tips geldt dat wanneer je leerlingen de juiste begeleiding biedt, zij een grotere mogelijkheid zullen hebben hun volle potentie te bereiken. Bied dus voldoende hulp en structuur en wees consistent en concreet in het hanteren van de tips.
Samengevat vertonen veel tieners regelmatig ongewenst gedrag, omdat hun hersenen nog in het rijpingsproces zitten. Een van de belangrijkste oorzaken hiervan is het ontbreken van regulatie van de PFC op andere hersengebieden. Docenten zijn erbij gebaat te weten hoe ze op de juiste manier op het gedrag van leerlingen moeten inspelen. Op deze manier help je de ontwikkelende hersenen goed op weg en verminder je ongewenst gedrag in de klas.
De tips komen vooral tot leven als je ermee experimenteert in de klas. Bij LeerGewoonte helpen we docenten om met de tips aan de slag te gaan in de klas. Vervolgens evalueren we de experimenten met je collega's. Lijkt het je leuk om dit proces een keer mee te maken? Bekijk dan onze website of stuur een e-mail naar: Info@LeerGewoonte.nl.
[1] Husband, J., & Chong, I. (2011). Behavior modeling. In Springer eBooks (pp. 225–226). https://doi.org/10.1007/978-0-387-79061-9_307
[2] Van Duijvenvoorde, A. C. K., Zanolie, K., Rombouts, S. A., Raijmakers, M. E. J., & Crone, E. A. (2008). Evaluating the Negative or Valuing the Positive? Neural Mechanisms Supporting Feedback-Based Learning across Development. the Journal of Neuroscience/the Journal of Neuroscience, 28(38), 9495–9503. https://doi.org/10.1523/jneurosci.1485-08.2008
[3] 7. Peeters, M. (2015). Hoe worden leerlingen nieuwsgierig JSW, 8, 32-35. https://www.wetenschapdeklasin.nl/uploads/artikelen/7.%20Peeters,%20M.%20(2015a).%20Hoe%20worden%20leerlingen%20nieuwsgierig%20JSW,%208,%2032-35..pdf
[4] Calabro, F. J., Murty, V. P., Jalbrzikowski, M., Tervo‐Clemmens, B., & Luna, B. (2019). Development of Hippocampal–Prefrontal Cortex Interactions through Adolescence. Cerebral Cortex, 30(3), 1548–1558. https://doi.org/10.1093/cercor/bhz186