Motivatie - De motor achter effectief leren en duurzame gedragsverandering
Van passieve naar actief betrokken leerlingen
In het onderwijs zien we te vaak ongeïnspireerde blikken en afwezige aandacht. Maar wat als we de vonk bij onze leerlingen en studenten kunnen aanwakkeren? Wat als we hen zó kunnen raken dat ze uit zichzelf willen leren?
Motivatie is de motor achter effectief leren. Met wetenschappelijk onderbouwde motivatietechnieken help je leerlingen/studenten hun eigen leervuur te ontsteken. Door te begrijpen wat hen drijft en wat hen remt, creëer je een leeromgeving waarin nieuwsgierigheid en leerhonger vanzelfsprekend worden.
Het mooie is: je kunt vandaag nog beginnen. Met doelgerichte, praktische interventies transformeer je je lessen naar momenten waar leerlingen/studenten actief willen meedoen, waar ze eigenaar worden van hun leerproces en waar ze gemotiveerd blijven, ook als het even moeilijk wordt.
Klaar om het vuur van motivatie in je klaslokaal aan te wakkeren?
Motivatie uitgelegd
Motivatie komt van het Latijnse woord 'movere', wat 'bewegen' betekent. Motivatie is de drijvende kracht achter menselijk gedrag - het is wat ons in beweging brengt en houdt.
In de onderwijscontext is het de energie die leerlingen aanzet tot leren, volharden bij moeilijkheden en betrokken blijven bij het leerproces. Wetenschappelijk wordt motivatie gedefinieerd als het geheel van factoren die gedrag activeren, richten en in stand houden. Onderzoek toont aan dat gemotiveerde leerlingen niet alleen beter presteren, maar ook dieper leren en meer plezier ervaren tijdens het leerproces.
In een meta-analyse werd gekeken naar de effectiviteit van verschillende motivationele theorieën op de leerprestaties (Lazowski en Hulleman, 2016). De effectiefste vier worden hieronder genoemd.
Transformatieve ervaringen
Deze benadering focust op het creëren van leerervaringen die zo betekenisvol zijn dat ze de manier waarop leerlingen de wereld zien veranderen. Wanneer leerlingen ontdekken hoe concepten relevant zijn voor hun dagelijks leven, verhoogt dit hun intrinsieke motivatie aanzienlijk.
Zelfdeterminatietheorie
De bekendste motivationele theorie in het onderwijs (Deci & Ryan, 2001) is de zelfdeterminatitheorie, ook wel bekend als het CAR-model. Het richt zich op drie fundamentele psychologische behoeften: autonomie, competentie en verbondenheid. Belangrijk hierbij is dat het gaat om gevoelens - een leerling moet zich autonoom voelen, niet alleen objectief keuzevrijheid hebben. Wanneer de gevoelsbehoeften beter worden vervuld, verschuift motivatie van extern gereguleerd naar geïnternaliseerd.
Interesses
Persoonlijke interesse heeft een belangrijke invloed op de motivatie en het leerrendement. Onderzoekers onderscheiden situationele interesse (tijdelijk gewekt door de context) en individuele interesse (een stabiele voorkeur). Het ontwikkelen van duurzame interesse bij leerlingen is een krachtige motivatiestrategie.
Goal-setting theorie
De goal setting theory theorie Locke en Latham laat zien dat er vijf principes zijn, waarmee doelen motiverend worden:
- Formuleer concrete, meetbare doelen in plaats van vage intenties ("Los 8 van de 10 opgaven correct op" i.p.v. "Doe je best")
- Zorg dat doelen uitdagend maar haalbaar zijn – te makkelijk leidt tot verveling, te moeilijk tot opgeven
- Betrek leerlingen bij het opstellen van hun eigen doelen zodat ze er eigenaarschap over voelen
- Geef regelmatig feedback op de voortgang richting het doel
- Deel complexe taken op in kleinere, haalbare subdoelen
Door deze principes toe te passen, help je leerlingen een duidelijk pad te zien naar succes, wat hun motivatie en doorzettingsvermogen aanzienlijk versterkt.
Onderzoek toont consistent aan dat motivatie en leeropbrengsten nauw met elkaar verbonden zijn. Gemotiveerde leerlingen tonen:
- Betere academische prestaties: Meta-analyses laten zien dat motivatie-interventies leiden tot meetbaar hogere cijfers en testscores (Lazowski & Hulleman, 2016). Gemiddeld hebben deze interventies een effect size van d=0.49, wat wijst op een middelgroot tot groot effect.
- Diepere verwerking van leerstof: Intrinsiek gemotiveerde leerlingen zijn meer geneigd om diepe leerstrategieën te gebruiken, kritisch te denken en verbanden te leggen tussen concepten, in plaats van oppervlakkig te leren.
- Meer doorzettingsvermogen: Bij tegenslag of moeilijke taken houden gemotiveerde leerlingen langer vol. Dit is vooral zichtbaar bij leerlingen met een mastery-oriëntatie (gericht op leren en verbeteren) in plaats van een prestatie-vermijdingsoriëntatie.
- Lagere uitval en verzuim: Onderzoek toont aan dat motivatiebevorderende interventies leiden tot minder schoolverzuim en een lagere uitvalpercentage, wat wijst op een sterkere binding met het onderwijs.
- Langdurige effecten: Positieve motivatie-ervaringen tijdens de schooljaren kunnen leiden tot een levenslange leerhouding en beter welzijn.
Belangrijk hierbij is dat het type motivatie invloed heeft op het type leeropbrengsten. Extrinsiek gemotiveerde leerlingen (die leren voor een cijfer of beloning) kunnen goede resultaten behalen op korte termijn, maar intrinsiek gemotiveerde leerlingen (die leren vanuit interesse of persoonlijke waarde) tonen duurzamere leerresultaten en meer creatieve oplossingen.
Scholen die succesvol inzetten op motivatiebevordering zien hun investering dus direct terug in concrete onderwijsopbrengsten. Motivatie is daarmee geen "zachte" factor, maar een cruciale voorwaarde voor effectief onderwijs en optimale ontwikkeling van leerlingen.
Het effectief stimuleren van motivatie in de onderwijspraktijk vereist een doordachte, wetenschappelijk onderbouwde aanpak:
- Begrip van motivatietheorieën: Kennis van fundamentele theorieën helpt docenten bewuste didactische keuzes te maken (Howard et al., 2021).
- Autonomie-ondersteuning: Bied keuzemogelijkheden binnen duidelijke kaders en stimuleer eigenaarschap van het leerproces, wat de intrinsieke motivatie versterkt (Reeve & Cheon, 2021).
- Nieuwsgierigheid bevorderen: Wek nieuwsgierigheid door prikkelende vragen, kennisleemtes en verrassende informatie. Het curiosity-gap model toont dat optimale discrepanties tussen bestaande kennis en nieuwe informatie de leermotivatie verhogen (Shin & Kim, 2019). Informatie wordt bovendien beter opgeslagen als leerlingen nieuwsgierig zijn naar het antwoord op een vraag. Het mooie is dat je bij iedere vraag kunt starten waar een kind nieuwsgierig naar is en vanuit daar naar andere onderwerpen gaan (dit legt onze collega prof. Harold Bekkering sterk uit in deze lezing).
- Persoonlijke leerdoelen: Help leerlingen betekenisvolle, persoonlijke doelen te formuleren. Doelen die aansluiten bij persoonlijke waarden leiden tot hogere motivatie en betere prestaties (Vansteenkiste et al., 2018). Juist hierom is het mooi om te beginnen met vragen waar leerlingen zelf mee zitten.
- Motiverende gespreksvoering: Pas technieken uit motiverende gespreksvoering toe (open vragen, reflectief luisteren, bevestigen) om intrinsieke motivatie te activeren en veranderingstaal te stimuleren (Vasquez et al., 2022). Onze collega Matijs van Eijnden is expert op dit gebied.
- Groei-georiënteerde feedback: Geef feedback gericht op het proces en de inspanning, niet op persoonlijke eigenschappen. Dit bevordert een groeimindset en doorzettingsvermogen (Yeager et al., 2019). Het hele concept formatief handelen is hierop voortgebouwd.
- Relevantie verduidelijken: Maak expliciet waarom leerstof betekenisvol is, waarbij je aansluit bij de persoonlijke interesses en toekomstperspectieven van leerlingen (Priniski et al., 2018).
- Competentie-ondersteuning: Zorg voor optimale uitdaging en scaffolding zodat leerlingen succeservaringen opdoen die hun gevoel van bekwaamheid versterken (Wang et al., 2019). Successen behalen is een van de krachtigste manieren om door te willen zetten.
Het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie is cruciaal voor effectief onderwijs. Intrinsieke motivatie komt voort uit persoonlijke interesse en plezier in de activiteit zelf, terwijl extrinsieke motivatie wordt gedreven door externe beloningen of consequenties.
De waarde van intrinsieke motivatie Onderzoek toont overtuigend aan dat intrinsieke motivatie leidt tot:
- Diepere verwerking van leerstof
- Grotere creativiteit en flexibiliteit
- Meer doorzettingsvermogen bij obstakels
- Betere prestaties op lange termijn
De complexe rol van extrinsieke motivatie Extrinsieke motivatoren zoals cijfers, beloningen of consequenties kunnen echter een tweesnijdend zwaard zijn:
- Ze kunnen op korte termijn effectief zijn om gedrag te starten. Het kan dienen als een 'motor' om gedrag in gang te zetten.
- Maar ze kunnen intrinsieke motivatie ondermijnen wanneer ze als controlerend worden ervaren. Vooral cijfers hebben dit negatieve, controlerende effect.
Praktische richtlijnen voor de juiste balans
- Begin waar de leerling is: Sommige leerlingen hebben aanvankelijk extrinsieke prikkels nodig om in beweging te komen.
- Bouw geleidelijk af: Verschuif stapsgewijs van externe prikkels naar meer intrinsieke drijfveren door de relevantie en betekenis van leertaken te benadrukken.
- Maak beloningen informatief: Als je beloont, koppel het dan aan competentie en inspanning, niet alleen aan uitkomsten: "Je krijgt deze erkenning omdat je doorzette toen het moeilijk werd."
- Geef onverwachte waardering: Spontane erkenning ondermijnt intrinsieke motivatie minder dan vooraf aangekondigde beloningen.
- Vermijd controlerend taalgebruik: Woorden als "moet", "hoort" en "verplicht" versterken externe motivatie, terwijl taal als "zou kunnen", "uitproberen" en "uitdaging" autonomie ondersteunt.
- Gebruik formatieve feedback in plaats van cijfers: Regelmatige kwalitatieve feedback over de voortgang werkt beter voor motivatie dan louter summatieve beoordelingen. Lees hier meer over de relatie tussen motivatie en formatief handelen.
Hoe kan je de motivatie van je school verbeteren?
De aanpak van Leergewoonte in 4 bewezen stappen
Gewenste situatie (Ambitie)
Samen vertalen we de ambities naar concreet, waarneembaar gewenst gedrag. Wat moet motivatie concreet opleveren? Wat willen we zien bij leerlingen/studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn? Hoe ziet een gemotiveerde klas eruit? Welk gedrag verwachten we van docenten die motivatie optimaal bevorderen? En wat is de rol van leidinggevenden in het creëren van een motiverende onderwijsomgeving?
Huidige situatie (Nulmeting)
Samen met docenten en leerlingen/studenten brengen we de huidige situatie in kaart. Dit kan met vragenlijsten (krijg hier een voorproefje met de quickscan), klasobservaties (die docenten zelf uitvoeren) of door een van onze trainers een dagje mee te laten lopen en observeren op school. We analyseren samen welke motivatiefactoren momenteel aanwezig zijn en welke aandacht behoeven.
Verbeteren (Interventie)
De nulmeting maakt duidelijk welke interventie nodig is om de motivatie in de school te verbeteren. Het kan zijn dat het MT kan worden ondersteund bij het creëren van een autonomie-ondersteunende cultuur, wellicht moet het docententeam worden getraind in motiverende gespreksvoering, of moet bewustwording gecreëerd worden over de effectiviteit van motivationele theorieën.
Nieuwe situatie (Nameting)
Een effectmeting maakt duidelijk wat de interventie heeft opgeleverd en aan welke aspecten van motivatie nog aandacht gegeven moet worden. We meten niet alleen de veranderingen in motivatie bij leerlingen/studenten, maar kijken ook naar de impact op leerprestaties, betrokkenheid, en welzijn. Deze gegevens vormen de basis voor verdere verfijning en borging van de motivatie-aanpak binnen de school.
Zet nu de eerste stap naar het verbeteren van de motivatie op jouw school

Samen met deze scholen versterkten we motivatie





